woensdag 16 november 2011

Rotterdam – Kralingen, de Lusthofstraat in de jaren 60 / 70

We woonden van 1960 tot 1971 op de hoek Lusthofstraat / Chr Bennekerslaan, 4 hoog. De Lusthofstraat een gezellige winkelstraat waar ik in mijn vroege jeugd veel goede herinneringen aan heb. Ik moet ze nu toch maar eens vastleggen voor ik ze ga vergeten;-)
Wellicht schrijf ik in dit stuk weleens iets onaardigs over een bepaalde zaak terwijl dit onterecht is, excuses hiervoor. Het is mijn beleving uit die tijd wellicht gebaseerd op uitspraken van derden. Ook zijn er al wat blinde vlekken op sommige plekken. Ik hoop en denk zeker dat er iemand is die dit kan ophelderen.

Op de hoek van de Paulus Potterstraat zat Slagerij Pollé. Echt nog zo’n oude ambachtelijke slager met zaagsel op de grond. Met regelmaat kwamen de mannen met de witte kappen doormidden gezaagde varkens of achterpoten van weet ik wat brengen. Bij binnenkomst hingen ze rechts voor het raam. Ik weet dat er een klein, heel aardig, mannetje met veel humor stond, dat moet de oude Pollé geweest zijn. Je kwam daar niet weg zonder een stukkie worst, ik lustte geen vlees maar durfde geen "nee" tegen de slager te zeggen. Buitengekomen liep er wel een hond of vond deze het stukje wel op straat. De familie Pollé woonde volgens mij in de Chr. Bennekerslaan. Hoewel er vele slagers in de Lusthofstraat zaten zwoor mijn moeder Pollé. 

Naast de slager zat een zaak die serviezen en tafelzilver verkocht. Hulst heette hij genaamd. In mijn beleving was het een chique winkel. Ik kan me niet herinneren er ooit binnen geweest te zijn. Misschien was hij te duur of braken wij thuis niet zoveel.

Dan ligt heel diep in mijn herinnering dat er naast Hulst een soort pakhuis was die aardappelen verkocht en volgens mij ook groente. Het was er stikdonker dat weet ik wel. Ik heb me laten vertellen dat de eigenaar Bos heette.

Dan hadden we  van Geet” Verlichtingen. “Stoot je hoofd niet tegen de lampen”. Hij repareerde volgens mij ook wel eens een wasmachine of een ander elektrisch apparaat. Dat heeft hij volgens mij bij ons een keer niet goed gedaan want van hem moesten ze bij ons thuis niet veel hebben. Maar ik heb hierboven al gezegd dat dit een ervaring van onze kant was. Van Geet heeft er lang gezeten en menigeen zal zijn hoofd hebben gestoten.  

Jaha, en dan hadden we de patatzaak op de hoek van de Oostmaasstraat voorheen volgens mij viswinkel Toet. In de patatzaak stond een kalende, in mijn beleving, grote man met zijn vrouw. Eén keer heb ik de man kwaad gezien en die anekdote wil ik wel even delen: een doorgaans wat moeilijk uit zijn woorden komende vriend van ons hadden we op weg naar de patatzaak lopen stangen dat hij ipv een patat met, een toupet met (kalende man) moest bestellen. Laat hij het nou zeggen… Goh wat was hij kwaad.

Op de andere hoek zat Vos schoenen. Men verkocht er kwaliteitsschoen. Het was een van (groot)vader op zoon gaande zaak. Hij zit er nog en Vos is nu bijna mijn buurman.

Naast Vos bevond zich volgens mij een sigarenzakie. Een lezer van mijn stukjes meldde mij dat dit de broer van drogist Otto de Vaal was.  Een donker, antiek aandoend, winkeltje. Van mijn zakgeld haalde ik daar altijd wat te snoepen. 
In tegenstelling tot deze donkere winkel was Otto de Vaal een hel witte steriele en hoge winkel. Allemaal van die grote glazen potten en weet je die weegschaal nog?
Je kon de 3, wat (on)zekere, heren daar uittekenen. De zoon van de oude de Vaal was een wat verlegen, zacht pratende, man die volgens mij bij het verkopen van ieder pak maandverband (laat staan de condooms) een rood hoofd kreeg. Er werkte verder nog een zwart harige man. Ze wisten geen van alle wat lachen was maar ze waren nog wél ter zake kundig, kom er nog maar eens om. Laten we eerlijk zijn in een dergelijke nering benader je de klanten anders dan bij de patatzaak of ijsboer.

De RMI zat op de hoek. Een grote lange zaak met een hele lange vitrine. De wat licht verzuurde melklucht ruik ik nog. Ik zie het oude dametje met het knotje die daar werkte nog voor me. Dat is Mien Meijer geweest meldde mij laatst iemand, haar nichtje Lenie stond ook in de zaak.

Aan de overkant hoekje Adamshofstraat zat de houtzagerij. Altijd herrie daar. We kwamen er niet zoveel want we waren geen klussers daarmee sla ik de spijker op z’n kop. Ach laat ik het dan ook maar vertellen, een buurman heeft me er eens heen gestuurd om een paar plintenladdertjes te halen.

Dan hadden we Drajis de platenzaak. Een lezer vertelde mij dat hiervoor een nog ouderwetse Kruidenier zat, Niemandsverdriet. De naam doet heel ver weg een belletje rinkelen. Bij Drajis kwam ik veel. Muziek was al heel vroeg mijn ziel en zaligheid. Toen ik daar op 13 jarige leeftijd mijn eerste LP kocht, Umma Gumma van Pink Floyd, viel de hippe platenbaas Guus haast van zijn kruk. Hij begreep er niets van hoe een joch van 13 zulke Psychedelische muziek kon kopen. Drajis heeft ook nog een tijdje jeans verkocht. Hier kocht ik een Wrangler. Dat was mijn eerste merk spijkerbroek en zat echt veel beter dan die “Cowboy Lasso” broeken.

Naast Drajis zat,  ... tja, ik weet het niet meer. Veel later kwam er een videotheek maar toen woonde ik daar allang niet meer.

En dan de viszaak. Hij is nog niet zo lang weg. Tientallen jaren verkocht hij de lekkerste kibbeling, vraag maar aan mijn zoon. In die tijd hebben we eens een grote snoek in de Jodensloot gevangen. We zijn naar hem toegegaan en hij kocht hem nog ook.

Daarnaast op de hoek zat café van Schijndel. Wij kwamen daar toen natuurlijk niet maar de melkboer die bij ons met paard en wagen langs de deur kwam zat er met regelmaat en ik meen dat hij daar ook flink doorzakte. Het paard stond buiten trouw de schillen op te snoepen.

Wat er daar aan de overkant op de hoek zat weet ik niet. In ieder geval hadden we de bloemenzaak ernaast zitten. De naam ligt net onder de oppervlakte maar ik kan er net niet bij, frustrerend is dat. Hij verkocht daar toen ook kerstbomen herinner ik me nog. Een lezer gaf aan dat er in dat stukje een banketbakker zat, Cohen genaamd. Dat is wellicht voor mijn tijd geweest. 

Dan hadden we Broere de groenteboer. Ook zo’n diepe zaak. Ik moet altijd aan de vaten zuurkool denken en de machine die de aardappels schrapte, dat vond ik reuze interessant. Maar helaas, mijn moeder schilde.

We komen steeds dieper de Lusthofstraat in en de gaten in mijn geheugen worden ook steeds groter. Op de hoek van de Lambertusstraat zat volgens mij een zaak die kleden, stof en andere katoenerie verkocht die voor een kind helemaal niet interessant waren. Maaruh, help me eens jongens en meiden.

Van Baal kleding op de andere hoek licht me nog wel in het geheugen. Wellicht dat deze er nog lang heeft gezeten. De zaak had ook zo’n typische ingang weet je nog? Is later een bakker geworden. 
De slager Lintschoten zat op dit stukje en natuurlijk de Marskramer. Dat was een erg grote winkel met 2 ingangen, één voor de huishoudelijke artikelen en de 2e ingang voor de speelgoedwinkel. Achterin de zaak had je nog zo’n krappe nis die naar een raam in de Voorschotenlaan liep. 
Dan hadden we op de hoek van de Voorschoterlaan van Alten zitten die iets in kleding deed maar u zult begrijpen dat wij als kinderen de deur van de Marskramer interessanter vonden.

We steken over en hadden daar als ik mij niet vergis een bank op de hoek zitten. Je had daar ook een verfwinkel.Op de hoek van de Vredehofstraat zat volgens mij een banketzaak. Ik herinner me daar vitrines waar allerlei lekkers in lag. Op de andere hoek zat een woonhuis. Volgens mij was daar ook nog een slager maar dit stukje is mij een beetje vaag. 
Sigarenzaak Klop op de hoek was natuurlijk wel een begrip. Net zoals nu gingen we daar iets te snoepen kopen en kreeg je bij een bepaald snoep Batman plaatjes. Ja, toen waren er ook al plaatjes om te ruilen. Buiten hing zo'n "Uit de Muur" sigarettenautomaat. De dochter van Klop zat bij mij in de klas.

Wat zat er op die andere hoek bij Klop? Sorry weet ik het niet meer. De ijszaak Arti, voorheen Stoffels was natuurlijk ook wel heel bekend en een ontmoetingsplaats. Ik proef nog z’n milkshakes en met slagroom erin waren ze helemaal hemels!

Dan weer een gat in mijn geest. Vervolgens een nauwe zaak die hengels verkocht maar dat is een beetje een vaag stuk. Kwam zeker door het ijs waar ik bij het naar huis teruglopen zo van in de ban was.

Van Duijn de bakker. Het was er altijd druk. Ik moest er met regelmaat brood halen. Als je nou wijs was ging je als kind links in de hoek naast de gebaksvitrine staan. Daar bij dat trapje naar beneden de bakkerij in. Je werd dan sneller geholpen. “Een hallefie krop gesneden”. 39 cent ik weet het nog zeg. Dan snel naar huis en het kapje brood opeten als je erge trek had holde je de eerste (2) boterhammen uit. Wat kon het daar altijd lekker ruiken.

Nekeman weer zo’n bekende naam in de buurt. Ik kreeg er mijn 1e fiets op de groei. Ik moest een rondje op de stoep en donderde meteen om tot groot vermaak van het winkelende publiek. Hij verkocht brommers, televisies en radio's en gaf altijd wel korting volgens mij want, kwam bij ons thuis niet aan Nekeman. Weet je nog dat in de Aegidiusstraat ook nog een ingang zat? Daar maakte hij de fietsen. Een leuke anekdote is nog dat ik ooit op een hele ouwe barrel van een fiets reed. Hoe het kwam weet ik niet maar ik was hem ineens kwijt. Zeker uit de gemeenschappelijke kelder gestolen. Tot er een vriend mij na een paar weken  zei, “he, die ouwe rammelbak die al weken bij Nekeman in de Aegidiusstraat staat is toch van jou”? Ik kijken en laat hij daar nou gewoon zonder slot staan. Opstappen en weg alsof er niets aan de hand was. Geen mens gelooft dit tegenwoordig nog.

Dan hadden we daarnaast de Amerikaan schoenenzaak zitten. Een hele nauwe ingang had die dat weet ik wel. Je moest altijd uitkijken dat je niet het rek met de schoenlepels omknikkerde. Hij was goedkoper dan Vos aan de overkant maar alle waar naar zijn geld.

Jamin met z’n ijsjes met die 2 wafeltjes. De ijszaak achterin was lekkerder maar bij warm weer ging zo'n ijsje er ook wel in. Een klein uitstapje de Adamshofstraat in wil ik wel maken. Er zat daar ook nog zo’n ouderwetse kapper waar ik heen moest. 2 oude chagerijnige heren zetten je op een plank, ze pakte je bij je oor en schoren je in een paar halen haast helemaal kaal. Als je mazzel had gebruikte hij een schaar en ik maar met m’n kop trekken dat hij het niet te kort deed. Hoe vaak dat ik niet terug naar huis ben gegaan met de mededeling dat hij dicht was. Ik zei altijd "kort gedekt". Nou vergeet het maar. Ik zal nooit vergeten dat hij me weer een keer lelijk te pakken had gehad. Toen ik klaar was zag ik mijn moeder bij de RMI staan. Ik meende echt te zien dat ze haar lachen niet kon inhouden toen iemand daar op z'n Rotterdams zei: “zo, bejje van de trap gevalluh, jij hoef voorlopig nie meer”.

Op de andere hoek van de Adamshofstraat Lusthofstraat zat de Gruijter. Zo’n kruidenier met die mooie geschilderde tegel van Indonesische taferelen. Het rook daar ook zo lekker naar kruiden en koffie meen ik. Dan kwam Breur. Een grote ijzerwaren zaak met alles voor de doe-het-zelver.
De laatste winkel was van der Meer & Schoep. Wij hielden het bij van Duijn want van droog brood en "kuch"cake hield mijn moeder niet.

Zo, we hebben het rondje terug-in-de-tijd gedaan. Ik hoop dat het herkenbaar voor vele mensen is. Ongetwijfeld heeft u ook herinneringen aan deze periode. Ik ben daar best wel benieuwd naar en let wel dan het liefst met winkels uit de jaren 60 tot de eerste 70-ger jaren want er hebben daarvoor en daarna natuurlijk hele andere winkels gezeten.
Misschien dat ik de straat dan ook nog eens ga inkleuren met wat karakteristieke figuren uit die tijd. Ik ken er ook nog genoeg maar ben daar nog maar niet aan begonnen.

Ik kijk met veel plezier terug op die tijd en als ik er nu weleens doorheen loop moet ik oppassen dat ik niet zeg dat vroeger alles beter was. “Meer onbezorgd” daar zullen we het maar op houden. 

7 opmerkingen:

  1. Wat geweldig goed al die zaken in de Lusthofstraat ,ik kan ze nog allemaal herineren
    Ik werkte in de houtzaak op de hoek Adamshostraat van 1962 tot 1970 ,wij woonde boven de zaak op de eerste vedieping met die mooie ronde erker konden we alles zien in beide straiten,mijn broer Guus was de hippe man van Drajis hij had de zaak gekocht van Niemandsverdriet (ja zo heete hij ) het was toen een ouderwetse kruideniers zaak ,de lady van de melk zaak was Mien Meijer met haar nicht Lenie ,smorgens vroeg om 5uur werden we wakker van de herrie van het bezorgen van de melk bussen Ik dacht dat de vrouw van de patat zaak Jennie heette ,goeie zaak was het ,we hebben daar veel van gesmuld,O ik wist niet dan onze houtzaak zoveel herrie maakte ,sorry hoor,
    onze kinderen gingen naar school aan het einde van de adamshofstraat bij de Oostzeedijk,Wij zijn in 1970 naar Canada ge emigreerd ,als je mij een emailstuurt kan ik je nog een paar fotoos sturen van de straat ,
    ,Nog bedankt voor het prachtige verhaal ,
    Groeten van uit Canada Ed de Vries
    seashore1@shaw.ca

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Voordat Arti er zat zat er toch (ik weet het bijna zeker) een ijssalon die 'Stoffels' heette.
    En dat donkere sigarenzakie was van Jan de Vaal, de broer van Otto. Dat zakie zat trouwens tussen de RMI en Otto de Vaal in.
    Van de mensen die de patatzaak op de hoek van de Oostmaasstraat runden heb ik eens een bureau gekocht wat ik nog lang heb gehad. Zij woonden toen in een van de Hoekenflats in Capelle, daar heb ik het bureau toen opgehaald. Voordat zij in die patatzaak zaten zat daar de viswinkel van Toet, die ook patat ging verkopen en later ook kroketten en zo.
    Bij Drajis heb ik ook menig plaatje gekocht. Ze hadden ook een etage met zgn. 'Blacklight'.
    Zo'n beetje tegenover Drajis zat ook een paardenslager. Ik weet niet of dat in dezelfde tijd was van Drajis of ervoor. Die kapper heette trouwens Van der Spek. Dat was nou echt zo'n bloempottenkapper!

    Groeten van Willem Visser.
    Wij woonden toen in de Assendelftstraat.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. De Patatzaak heette snackbar Het Oosten en was van Jenny Verkaik. Zij was de patatzaak begonnen met haar man Gerard Huson, deze is al snel na het beginnen van de zaak overleden. De grote kale man was Henk Pieters waar ze later mee getrouwd is en ook weer van gescheiden is.

    Groeten van een nicht van Jenny

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Je had bij Broere op het rijtje ook een soort banket winkel. Cohen hete die. Op woensdag middag kwam mijn tante altijd bij ons om kleding voor ons te naaien. Voor bij de thee haalde ze altijd schuim. Roze en witte torentjes. Volgens mij is dat later de bloemenzaak geworden maar ik kan mij ook vergissen, t'is al zo lang geleden.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Beste Webmaster, ben je mogelijk geinteresseerd een link van je blog met een link van mijn site www.solo.jouwweb.nl uit te wisselen. Onze sites hebben raak vlakken en daarbij heb ik de eerste 24 jaar in de Waterloostraat ter hoogte van de Lusthofstraat gewoond, dus ken het als mijn broekzak. Ook het artikel over NY heeft een link met mijn site (wordt binnenkort gepubliceerd) . Ik verneem graag van u.
    Mvgr.
    A. Hummel.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Mijn vader heeft van 1956 tot 1992 een kruidenierszaak met o.a kaas en verse vleeswaren) gehad in de Lusthofstraat. Later is op nummer 33 een kapper gekomen. Ik schat die die er een jaar of 6 a 7 heeft gezeten en toen is er een tijdje een koffie/thee speciaalzaak geweest. Weet niet wat er nu zit. Woon zelf al bijna 10 jaar in Zweden.Mijn vader is in april 2014 overleden.

    BeantwoordenVerwijderen